Hallo allemaal
De kinderen hebben vorige week bij de muzische lessen zelf een toneelstukje gemaakt aan de hand van 6 woordjes: Kasteel-ridder-koning-koningin-boef-paard. Het is vooral belangrijk dat de kinderen zich kunnen inleven in een ander personage en hun fantasie de vrije loop laten gaan. Bij toneelstukjes ervaren zij ook het verschil tussen fictie en non-fictie. Bij muzische activiteiten werken de kinderen rond de bouwstenen.
De eerste bouwsteen is de rol : bij dit toneelstukje krijgen de kinderen hun personages. Rond deze personages verzinnen de kinderen een verhaal. Zij letten op hun houding, rolvastheid en stemgebruik.
Een tweede bouwsteen is de handelingen en de taal: handelingen uitvoeren die horen bij de situatie. Inspelen op de handeling van de anderen. Het aanpassen aan de taal tijdens het spel.
Een derde bouwsteen is structuur: spanning en sfeer brengen in het verhaal. Een verhaal opbouwen met een inleiding, begin en slot.
De vierde bouwsteen is tijd: het verhaal speelt zich af in de middeleeuwen. De kinderen ervaren werkelijke en verbeelde tijd.
De vijfde bouwsteen is ruimte: de kinderen gebruiken de ruimte. Veranderen de ruimte met materialen. Inrichten van de ruimte (decor).
De zesde bouwsteen is het samenspel: vanuit een rol reageren op andere spelers. Het accepteren van spelideeën. Kunnen overleggen bij de opbouw van het verhaal. Luisteren naar elkaar.
De kinderen hebben dat zeer goed gedaan.
Juf Natascha